VOLKSKRANT Geplaatst op 14-11-2005 09:51 door Jaap de Graaf in categorie politiek
Bij elke discussies over de aanleg van nieuwe wegen
nemen alle betrokkenen weer hun eerder gegraven stellingen in. Namens de VVD meldt Hofstra
dat wat hem betreft gisteren al aangelegd had moeten zijn, natuurorganisaties zijn tegen
en omwonenden zijn voor of tegen zoals het in hun straatje uitkomt. En zo modderen we maar
voort.
De dagelijkse files bestaan voor het grootste deel doordat er in een kort tijdsbestek veel
mensen over een korte of middellange afstand met hun auto van en naar hun werk reizen en
dat ze dat voor het grootste deel alleen doen. Om diverse redenen hebben carpool
voorlichting en telewerken dit probleem niet weten op te lossen.
Nieuwe wegen aanleggen biedt op termijn echter ook geen soelaas. Milieuwetgeving uit
Europa wordt steeds bepalender en ook omwonenden klagen steeds meer over stank-, geluids-
en luchtvervuiling. Als de overheid werkelijk de mobiliteit wil verbeteren moeten er
daarom nu keuzes worden gemaakt.
Volgens mij zijn er drie scenario's:
1) de overheid vindt dat individuele mobiliteit een groot goed is en voor grote groepen
van de bevolking toegankelijk is.
In dat geval moet de overheid zich realiseren dat de huidige manier van vervoer niet veel
langer meer mogelijk is. Eerder genoemde milieuwetgeving en terechte angsten van
omwonenden over de luchtkwaliteit zal de aanleg van wegen traineren. Een nog belangrijker
probleem is dat de krimpende olievoorraden en de enorme groei van de economie in India en
China de benzineprijzen nog verder zullen laten stijgen.
De consequenties hiervan is dat de overheid d.m.v. subsidies de ontwikkeling op waterstof,
biobrandstof en andere minder vervuilende alternatieve brandstoffen zal moeten stimuleren.
En zodra deze beschikbaar zijn autofabrikanten met wetgeving dwingen deze in hun nieuwe
modellen te laten inbouwen. Uitgaan dat het bedrijfsleven deze stimulans niet nodig heeft
is kortzichtig. Bedrijven worden afgerekend op hun winstmarges en pas als die fors onder
druk komen te staan ondernemen ze acties.
2) de overheid vindt individuele mobiliteit en de ruimte die dat vraagt van de schaarse
grond in de Randstad minder belangrijk.
In dat geval zal de overheid de belangrijkste redenen van het woon-, werkverkeer moeten
aanpakken. Mensen wonen in andere plaatsen dan waar ze werken om drie redenen: het is te
duur om te verhuizen, de huizen/woonomgeving zijn van een veel betere kwaliteit dan in de
plaats waar mijn werk is/partner, kinderen hebben in deze plaats hun verplichtingen.
Door actief betaalbare woningbouw te stimuleren in en rond bestaande steden in combinatie
met een snel, goed en betaalbaar openbaarvervoer in combinatie met het afschaffen van de
overdrachtsbelasting maakt het eenvoudiger om te verhuizen. Verbeteren van bestaande
steden en investeringen in woonomgeving en veiligheid maken de overstap kleiner. Het
stimuleren van werkgelegenheid in steden waar nu veel forenzen wonen brengt banen dichter
bij huis. En als hieraan is voldaan de kosten voor het gebruik van een auto verhogen.
3) de overheid vindt dat het geld wel beter besteed kan worden.
Er zijn wel grotere problemen in dit land waar we ons geld aan kunnen besteden. Bovendien
stijgt tussen nu en twintig jaar het aantal gepensioneerden extreem. Het woon-,
werkverkeer neemt daardoor vanzelf af. Over vijftien jaar staan er vrijwel geen files
meer. Dat doet het misschien niet goed in Den Haag maar als we ons realiseren dat de
aanleg van nieuwe wegen jaren duurt is het misschien niet eens zo'n rare gedachten.
Bovendien is de Betuwelijn klaar en volgens iedereen die het meende te weten zal heel veel
wegvervoer dan met de trein gaan.
Je kan je altijd afvragen of er een beste oplossing is en als die bestaat vind je die
waarschijnlijk in een combinatie van de drie scenario's. Maar zolang er niet vanuit een
duidelijke visie over mobiliteit wordt gesproken blijft het aanmodderen op de wegen.
Misschien helpt deze gedachte.
De kritische mobilist 2007